De grote vakantie-met-Joppe-update, deel 1 - Reisverslag uit Narita, Japan van Mels Kroon - WaarBenJij.nu De grote vakantie-met-Joppe-update, deel 1 - Reisverslag uit Narita, Japan van Mels Kroon - WaarBenJij.nu

De grote vakantie-met-Joppe-update, deel 1

Door: Mels

Blijf op de hoogte en volg Mels

31 Augustus 2011 | Japan, Narita

Intro

In de hoop precies het juiste effect van mijn cliffhanger te bewerkstelligen, niet te lang om een verslapte aandacht te voorkomen, maar ook niet te kort opdat de zorgen van de lezer voor zijn geliefde protagonist ten volle bloei hebben mogen komen, stuur ik (ruim) een week na de vorige update de nieuwste al de ether in. Voilá.


Een eikel in Japan

Ongeveer een maand voordat Joppe naar Japan zou komen gaf ze me de informatie van haar reis door. Uiteraard was het belangrijkste hoe laat ze aan zou komen. Voorop stond dat we elkaar heel erg graag bij de deuren van het vliegveld in de armen wilden vliegen. Logisch.

Maar wat Joppe me ook die maand eerder vertelde was dat ik de aankomsttijden in de gaten moest houden, aangezien die wel eens variëren. “Tuurlijk” zei ik, “tuurlijk, liefje, maak je geen zorgen.” Tuurlijk...

De dag voor Joppe aankwam hadden we het schoolreisje naar de bergrivier. Na terugkomst rond 17 uur pakte ik mijn grote reistas in met alle spullen die ik dacht nodig te hebben. Kleren, boeken, handdoeken, alles voor een maand niet-in-mijn-kamer wonen. Want dat was het plan; Joppe en ik zouden voor een maand een Japanse-stijl kamer huren in de ryokan (klassiek soort hotelletje, met dormitoria en aparte kamers) 'Backpacker's Fuji' waar ik ook in 2007 had verbleven en waarvan ik de heel aardige eigenaar Taka-san vrij goed kende. We zouden van daaruit dagtochtjes maken naar Tokio en andere leuke plekken in de omgeving. Ook zouden we een anderhalve week durende reis maken naar de bergstad Takayama en het havenstadje Uno, van waaruit we de Japanse Seto Binnenzee wilden bekijken. Na terugkomst van die reis zouden we nog een week hebben om de omgeving verder te bekijken voordat Joppe weer terug zou gaan. Dat was het plan... en zo liep het ook, alleen niet helemaal zoals we hadden voorzien.

Goed, DE dag was aangebroken. Het was zaterdag, ik was om 8:30 uur bij Taka, die mij met de auto naar het vliegveld bracht, wat op een gemiddelde zaterdag zo'n 20 minuten zou duren. Joppe zou rond 9:20 uur laden, we hadden dus genoeg tijd. Op ons gemak reden we naar het vliegveld. Even had ik een paniekmomentje bij de ingang toen Taka vroeg naar welke aankomsthal we moesten, maar gelukkig bleek de KLM altijd bij Arrivals 1 te komen, dus dat hiaat in mijn kennis zou de pret niet gaan drukken. Een volgend hiaat helaas wel.

Want een paar minuten voor we bij de aankomsthal aankwamen hoorde ik opeens mijn Nederlandse telefoon afgaan. Waarom zou ik nu gebeld worden? Iedereen in Nederland sliep nog. Snel pakte ik hem en zag dat het Joppe was! Hè? Ze was toch nog niet geland?! Helaas werd mijn donkerbruin vermoeden bewaarheid en kreeg ik een geheel terecht furieuze vriendin aan de lijn. Ze stond al zeker 20 minuten te wachten. Oh.....nee.... Terwijl mijn keel zo droog werd als een stukje Westelijke Sahara omklemde een bankschroef van schuld mijn hart, die per verstrijkende seconde steeds een tandje verder werd aangedraaid. Het Japans opeens geheel on-meester spoorde ik Taka-san in het Engels aan om zoveel haast te maken als hij kon. Het was oneerlijk dat ik plots zoveel druk bij hem legde, maar hoe langer het duurde voor we er waren hoe frustrerender ik het vond dat hij niet met 120 de bochten door het vliegveld-terrein nam en niet vanaf de hoogste balustrade zijn auto richting aankomsthal stuurde om hem op Michael Bay-wijze bombastisch voor de ingang neer te laten komen, zodat ik zo snel mogelijk de damsel in distress in mijn armen kon sluiten.

Eenmaal geparkeerd renden we richting de ingang, zag ik Joppe staan en vloog haar in m'n armen, echter niet met de opluchting en blijdschap waar we op gehoopt hadden. Ze was echt heel boos en ik kon het alleen maar met haar eens zijn.
Haar vlucht bleek er bijna een uur korter over te hebben gedaan dan gepland. Ze had dit na het boarden te horen gekregen, maar dacht dat ze niet meer in het vliegtuig een sms mocht sturen. Bovendien had ik beloofd de aankomsttijden te checken, dus ik zou het merken en er op tijd voor haar zijn. Maar niets was minder waar. Blij dat ik alle voorbereidingen had getroffen om een maand met Joppe te kunnen gaan vakantie-vieren was ik totaal vergeten dat er ook maar zoiets was als veranderde aankomsttijden, laat staan dat het met haar vlucht zou gebeuren. De vliegveld-website onbelezen achterlatend, als het contract van de nieuwste iTunes-update, was ik te laat gekomen.
Te laat. En eikels komen te laat opdagen als ze hun vriendinnetje 3 maanden niet gezien hebben. Vandaar de titel.


De eerste dagen

Maar gelukkig heb ik een heel lief vriendinnetje, die het me na niet al te lang vergaf.

Dat weekend waren we erg blij weer samen te zijn. Zaterdag zijn we uit eten gegaan, uiteraard sushi, in de hoofdstraat van Narita. De ryokan ligt zo centraal als maar kan, dus is het een perfecte uitvalsbasis voor alle eetgelegenheden en bezienswaardigheden die Narita te bieden heeft. Zo gingen we zondag naar Narita-san, het tempelcomplex waar ik mijn tweede update over schreef. We bekeken een deel van het complex waar ik nog niet eerder geweest was, namelijk het beboste deel met riviertjes en meertjes. Dit was erg mooi, dus liepen we er, ondanks dat we op sommige plekken een wandelend buffet waren voor de lokale muggenpopulatie, lange tijd doorheen.

Bij de ingang van Narita-san ligt een klein bruggetje met aan weerszijden twee kleine poelen. Koi (karpers) en schildpadden bevolken de poeltjes en eilandjes daarin en masse. Een nog grotere vertegenwoordiging van beiden groepen is te vinden verderop, in het grootste meer van het park. Tientallen Koi, waaronder enkele gigantische, alsmede een hele variëteit aan schildpadden wachten daar op toeristen om hen te voeren. Onder begeleiding van luide plop-geluiden verorberen de Koi bij voorkeur brood, met een gulzigheid van heb ik jou daar. De schildpadden zijn wat stiller, maar komen ook iets meer het land op om aan hun portie te komen. Ik ben zelf een fan van schildpadden geworden tijdens onze vakantie op het Kroatische eiland Korçula, zomer vorig jaar, waar een groepje landschildpadden leefden op onze camping (de hele week probeerden de mannetjes met de grotere vrouwtjes te paren, daarbij geluidjes uitstotend die nog het best omschreven kunnen worden als een licht enthousiaste baby). Uiteraard kon ik dus mijn lol op met de nieuwsgierige en hongerige kuddes beschilde beesten. Mijn gebrek aan brood maakte echter dat ik niet heel lang interessant voor ze bleef, dus na een tijdje gingen wij ook maar weer naar huis.

Na het weekend moest ik nog een week naar school, aangezien mijn 3 weken vakantie pas daarna in zouden gaan. Joppe zou zich dus een week lang elke ochtend moeten vermaken, waarna ik haar 's middags weer op kwam zoeken, de eerste paar dagen met in mijn kamer gekookt eten (want met maar 1 elektrische kookplaat in de ryokan was het daar niet ideaal koken). Woensdag gingen Joppe en ik uit fietsen naar de midden in de stad gelegen rijstvelden waar ik eerder over schreef. Joppe was het ermee eens dat dit een heel erg ontspannen stukje Narita was, en bovendien bizar dat zoiets midden in de stad kan bestaan. De rijst stond al stukken hoger dan de laatste keer dat ik er was geweest. Ik had het rond de dojo al zien groeien, maar hier was het contrast nog duidelijker te zien.

We klommen een trap op richting een klein tempeltje met het idee daar te lunchen, maar de aanwezige muggen maakten dat een minder goed idee, dus gingen we maar aan de voet van de trap zitten eten. Een oud vrouwtje was daar bezig in de tuin, met wie ik nog kort een gesprekje had. Oude vrouwtjes in Japan zijn echt een klasse apart. Erg vaak zie ik ze hier buiten werken, altijd hetzelfde gekleed (grote hoed, vastgebonden aan hun hoofd d.m.v. een doek, met stevige werkkleding eronder), en nooit geven ze ook maar de impressie dat ze toch echt te oud worden voor dit werk. Met oud bedoel ik niet 65 of zo, nee 80 is geen uitzondering. Voorovergebogen brengen ze hun dagen door op het land, terwijl manlief de rijstvelden bijhoudt. De manier waarop de vrouwtjes hun werk doen is een duidelijke uiting van de Japanse geest, vooral een echo van het isolationisme en conservatisme van de Edo periode. Werktuigen die hun leven zouden vergemakkelijken worden geschuwd, bij voorkeur doet iedereen dat wat altijd al zo gedaan is en je dus niet anders hoort te doen. Bezems met lange steel zijn uit den boze, een korte steel, that's the way to do it. Bijkomend gevolg: vanaf een jaar of 50 zie je een duidelijke verkromming van de rug ontstaan, die richting de 80 ervoor zorgt dat de oude vrouwen-rug een perfecte hoek van 90 graden beschrijft. Vooruit kijken wordt dan moeilijk, dus beschouwt ze haar wereld met een gedraaid hoofd. Als ze al geen vertekend wereldbeeld had dan krijgt dit het zeker voor elkaar.


Lotgevallen van een knie

Bij terugkomst van de leuke fietstocht bleek dat mijn linkerknie wat rood en dikker was. Toen dit in de loop van de avond alleen maar erger werd herkende ik wat het was: een ontstoken slijmbeurs. Waarschijnlijk ontstaan doordat ik 1,5e week eerder van mijn fiets was gevallen op mijn knie, incl. schaafwond. Het leek me niks ernstigs, maar kennelijk had er toch iets naar binnen weten te glippen en was nu van binnen de boel aan het verpesten. Jaren eerder heb ik hetzelfde aan mijn rechterknie gehad, dus kennelijk wilde mijn linker nu de score gelijk trekken. Toen heb ik antibiotica geslikt en een nat verband gekregen, waarmee in twee weken alles weer normaal was. Deze keer zou anders verlopen.

Donderdag ging fietsen en lopen moeilijker, maar het ging nog wel. Op school hield ik een natte doek rond mijn knie. Ik dacht dat ik het koud moest houden, maar het ice-pack dat ik mee had genomen smolt als sneeuw voor de zon door de rijzende temperaturen van mijn knie. Toen 's middags alles nog wat moeilijker ging dacht ik dat het toch maar eens tijd was om het Japanse geneeskundige systeem van binnen uit te bekijken. Dat heb ik geweten.

Alex, een hele aardige Amerikaanse jongen die ik ken van zwaardvechten en die tijdelijk in de ryokan verbleef, ging als tolk mee naar het ziekenhuis. In Japan is het gebruikelijk om voor het minste of geringste (zoals koorts...?!) al naar het ziekenhuis te gaan, dus daarom had ik er weinig zin in gehad, maar dit leek me toch wel ernstig genoeg. Eerst gingen we naar het Rode Kruis ziekenhuis dat vlak bij mijn huis ligt, maar daar verwezen ze ons door naar een privé kliniek vlakbij, die kennelijk goedkoper en sneller zou zijn. Het was daar echter vrij druk, waardoor we er ongeveer een uur hebben doorgebracht, maar het kon erger, dus geen probleem. De dokter daar vroeg me hoe het was gebeurd en wat zoal mijn ziektebeeld was. Röntgenfoto's leken hem een goed idee, alleen om te checken of mijn bot niet beschadigd was, dus hup, ik die kamer in. Oh en om jullie nog even een idee te geven van hoe het er daar aan toe ging: Bij aankomst meld je je bij de balie, waar je je gegevens invult en laat zien dat je verzekerd bent. De Japanse zorgverzekering is heel simpel, alles wordt voor 70% gedekt. De rest betaal je zelf, daar, op dat moment, in cash.
Duidelijk, maar wel even wennen.
Na elk gesprek/behandel-element mocht ik weer terug naar de centrale wachtruimte, totdat mijn naam geroepen werd en ik weer ergens anders heen mocht lopen. De Japanse gezondheidszorg zorgt in ieder geval voor één ding erg goed: genoeg lichaamsbeweging.

De dokter vertelde me dat het zeer waarschijnlijk een bacteriële infectie was, waarvan de kans bestond dat hij niet goed beter zou worden zonder medisch ingrijpen. “Hmmmmm” dacht mijn Hollandse geest, “ingrijpen voor zoiets?” Maar de dokter wist het zeker, ik zou weer terug moeten naar het Rode Kruis ziekenhuis om daar punctie van de knie te ondergaan. En in de grote kast-naar-de-muur show, vast een geheime afspraak tussen kliniek en ziekenhuis want oh wee als het de patiënt makkelijk gemaakt zou worden, bracht onze reis ons weer bij het ziekenhuis.
Daar moest ik bij de eerste hulp gaan wachten omdat de reguliere poliklinieken al gesloten waren. Na een hele tijd mocht ik bij de volgende dokter komen, die mijn algemeen behandelend arts zou worden voor de komende periode: dokter Sato. Sato-sensei (zoals je een dokter aanspreekt) gaf mij uiteraard geen hand (want dat doe je niet in Japan) keek eens bedenkelijk naar mijn knie, vroeg alleen hoe het gebeurd was maar verder ook helemaal niks. Toen legde hij mij, naar ik mij meen te herinneren, volgens de nieuwste definitie van beknopt uit wat hij zou doen. Spuit erin, vocht eruit.
De spuit ging er, na een verdoving, wel degelijk in, maar met het draineren van de wond ging het zo vlot niet. Gelukkig was Alex er om me op te vrolijken, want als er in een ding is dat ik liever niet nog een keer mee wil maken, dan is het wel een naald die keer op keer in je knie wordt gestoken, even lekker heen en weer wordt geschud om zo goed mogelijk bij al het vocht te komen, om vervolgens het met moeite aan mijn knie onttrokken vocht in een kommetje te spuiten. Ook ging hij vocht IN mijn knie spuiten, wat hij er vervolgens weer uit haalde. “Ja, nou wordt het helemaal mooi!” dacht ik, “zo schiet het niet heel hard op.” Na deze de strijd tussen dokter Sato en mijn knie (waarbij hij zelfs mijn knieschijf schampte, minder prettig) moest ik concluderen dat voor zover ik kon zien de uitkomst in het voordeel van mijn knie beslecht was. Standvastig als een Tinnen Soldaatje (nostalgische vergelijking) had hij de spuit getrotseerd en was triomfantelijk uit de strijd gekomen. Gelukkig mocht ik van dokter Sato een uur met een infuus vol antibiotica rustig gaan liggen bijkomen. In een vrij frisse kamer, dat wel, want ook hier was het credo 'leuker kunnen we het niet maken, wel ongemakkelijker'.

Na dit horizontale uur mocht ik weer terug naar huis, werd mij soort van onduidelijk gecommuniceerd, maar uiteraard niet voordat ik betaald had. Ook kreeg ik een dosis antibiotica mee voor het weekend, een afspraak voor maandagochtend en de boodschap dat ik niet mocht zwemmen om verdere infectie te voorkomen. Geweldig nieuws op de donderdag voor het weekend van mijn eerste surfles. Het weekend zouden we namelijk naar Kiyomi gaan, de ex van mijn neef Fedde, met wie ik op aanraden van mijn tante Aafke weer contact had gelegd. Uiteraard herkenden we elkaar op foto's niet, maar ze had veel zin om ons te ontvangen in haar huis in Tokio en om samen met haar en haar vriend Kenta te gaan surfen. Van dat surfen zou dus niet veel terecht gaan komen, maar desondanks keek ik uit naar het weekend.


Tokio v2.0

Omdat ik met mijn been niet veel sneller kon dan een gematigde kuier-gang vertrokken we ruim op tijd voor de trein naar Tokio. Onderweg kon Joppe eens fijn kennismaken met alle geneugten van het Japanse openbaar vervoer waar ik in mijn vorige update over uitweidde. Eenmaal aangekomen bij halte Bakurochou baande ik mij strompelend een weg richting de ons opwachtende Kiyomi. Ondanks dat we elkaar zeker 6 jaar niet gezien hadden (of misschien langer, we wisten het allebei niet zo helder meer) leek het meteen alsof we al lange tijd bevriend waren. Joppe en ik konden allebei heel gemakkelijk met haar praten, het klikte meteen.

Bij Kiyomi thuis werden we op een waar feestmaal getrakteerd. Onder het genot van een sigaretje en een biertje (de eersten van velen dat weekend) maakte Kiyomi een overheerlijk temaki diner voor ons klaar. Temaki staat al jaren hoog op Joppes lijstje favoriete sushi en nu zouden we er een hele avond ons in gaan onderdompelen. Temaki (hand-rollen) zijn stukken zeewier met wat rijst en vis/groente/wat-dan-ook erin, opgerold tot een hoorntje dat makkelijk in je hand past. Nu stond er een tafel vol overheerlijke en kakelverse ingrediënten voor ons, klaar om geplunderd te worden. En plunderen deden we, ongehoord genietend.

Aan het eind van de maaltijd kwam Kenta thuis en nam ook nog een rolletje of twee. Kenta werkt in de halfgeleiders-business, voor grote klanten als Fujitsu en Toshiba. Meestal staat hij, afhankelijk van de afstand tot de klant waar hij die dag heen moet, tussen 5:30 en 6:30 uur op en komt pas rond 20/21 uur weer thuis. Na het eten werkt hij door tot 3, 4 uur 's nachts, om met een uur of 3 slaap weer op te staan. Onlangs had hij een vliegticket geboekt om in zijn zomervakantie zijn broer in Amerika op te zoeken. Ongeveer drie weken voor hij zou vertrekken kreeg hij bericht van zijn baas dat hij geen vakantie mocht opnemen i.v.m. de drukte op werk. Dag ticket, dag annuleringsgeld, dag vakantie. Maar daarvoor woont hij dan wel in hartje Tokio, in een flat met alles erop en eraan (alhoewel echt minuscuul, Joppe woont groter) met auto & parkeerplaats. Dit kan omschreven worden als de Japanse arbeidsethos. En het is tevens de reden waarom ik in Nederland wil wonen en (grotendeels) werken en niet in Japan.

Enfin, zaterdag hoefde Kenta gelukkig niet verplicht vroeg op te staan, al waren we het wel van plan. Om op tijd bij het strand te zijn, wat twee uur per auto zou duren, wilden we rond 6 uur opstaan om op z'n laatst rond 7:30 uur te vertrekken. Kenta heeft echter de 'aandoening' dat als hij eenmaal in slaap valt, hij met geen mogelijkheid wakker te krijgen is. Kiyomi zelf stond ook niet helemaal rond de geplande tijd op (namelijk om 8 uur) en Joppe en ik vonden het eigenlijk ook wel prima zo, we lagen per slot van rekening best lekker. Kiyomi's tactiek om Kenta wakker te krijgen was om op zijn rug te gaan staan en hem met haar mini-voetjes een grondige massage te geven, die Kenta kreunend wakker wordend onderging. Ontzettend schattig detail was trouwens dat Kiyomi 's nachts met haar hoofd op Kenta's buik sliep, met haar arm om zijn middel. Awwww.

Eenmaal aangekleed, bepakt, bezakt en bevoorraad (met zelfgemaakte onigiri, rijstballen met vis erin) stapten we rond 10 uur in de auto en reden richting strand. Het weer was nou niet bepaald stralend surfweer en ook de omgeving waar we doorheen reden gaf een kleine 2 uur geen enkele hint van een strand waar het aangenaam verpozen zou zijn. Ongelooflijk maar waar, in Japan kan je twee uur lang alleen maar door een stad rijden, op de snelweg. Waar je in Nederland al lang en breed in Leeuwarden zou ronddolen lijkt het in Japan alsof je bijna geen stap gezet hebt. Dichtbij de plaats van bestemming (herkenbaar aan de surfers met surfbord-dragers aan hun fietsen) reden we nog even naar de plaatselijke surfshop. De eigenaar bleek een lokale legende te zijn, die vroeger de hoogste golven bedwongen had en nu, als eind vijftiger, de hipste surfshop van de omgeving runde (al dik 20 jaar trouwens). De beste man zelf was, zoals te verwachten van een surfer, erg relaxed, enorm gebruind en heel vriendelijk. Ik praatte even met hem, wat hij uiteraard op prijs stelde, zo'n gekke buitenlander met een knie ter grootte van Canada die gezellig met hem in het Japans staat te keuvelen.
Na een bezoekje aan een supermarkt (voor bier en lekkers) kwamen we dan eindelijk aan op de plaats van bestemming: het strand! Een eerste blik op de zee bracht gemengde gevoelens; het stuitende gebrek aan golven was jammer voor Kioymi's en Kenta's surfplezier, maar gelukkig miste ik nu door mijn knie niet een briljante surfervaring. Een weg door het donkergrijze zand banend liepen we in de richting waarin we surfvrienden verwachtten te ontmoeten. Kenta kwam echter na 10 minuten terug bij het door Joppe en Kiyomi opgezette basiskamp met de boodschap dat er al evenveel vrienden als golven waren. Dus gingen we maar genieten van het 'heerlijke' weer. Vooral het heerlijke zomerse buitje dat ons een bezoekje kwam brengen waardeerden we erg. Gelukkig waren er de onigiri's om ons op te vrolijken, want die waren wel echt lekker geworden (ik maak ze nu zelfs elke dag als lunch, ideaal). Ook zweefden er een aantal Zwarte Wouwen over het strand, die net als de Nederlandse meeuwen in de lucht eten konden opvangen of anders een omhooggegooid rijstbolletje met een prachtige duikvlucht van het strand pikten. Dit en het keilen van stenen waren die dag mijn voornaamste bezigheden.

's Avonds bezochten we het toeristische schiereilandje Enoshima en gingen bij een echt Japans-Italiaans restaurant uit eten. Kiyomi en Kenta hadden trouwens tot nu toe alles voor ons betaald en zouden dat het hele weekend in een ontembare vlaag vrijgevigheid blijven volhouden. Joppe had het hier soms moeilijk mee, maar als rechtaarde man heb ik aan schuldgevoelens meestal (in dit soort situaties dan) weinig notie en genoot dus met volle teugen van alles dat ons getrakteerd werd. Italiaans in Japan is trouwens heel grappig. We kregen bij dit restaurant echt heel lekker eten voorgeschoteld hoor, maar kennelijk zijn Japanners van mening dat Italiaans en tapas vrij veel op elkaar lijken, dus je bestelt met z'n allen een trits gerechten en eet die samen op. Nieuw concept voor ons, maar de smaak overtuigde ons al heel vlug. Bovendien was het nog steeds heel gezellig, want zelfs Kenta, een normaliter wat zwijgzame man, kwam een beetje los.
In de auto terug viel Kiyomi al gauw in slaap en in de stromende regen begaven we ons terug over de snelweg richting huis.

De volgende dag zouden we pas rond 11:30 uur een beetje opstaan. Met een lekker broodje van de Franse bakker voor Tokio CS brunchten we tussen de bomen en flatgebouwen dichtbij het station.
Na de brunch gingen Joppe en Kiyomi naar de Joe Malone parfumerie waar Joppe een specifiek luchtje wilde kopen. Ik kreeg van een haastige voorbijganger een toegangskaartje in mijn handen geduwd voor een kunst-expositie vlakbij. Dat kwam mooi uit, dus ging ieder zijns wegs en zouden we elkaar een half uur later weer op het beboomde plein ontmoeten. Rustig kuierde ik naar het 'Forum', waar de expositie gehouden werd. Een trap afdalend kwam ik bij een balustrade terecht die uitzicht bood op de grote expositieruimte vol moderne kunst. Helaas bracht een volgende trap mij tot het inzicht dat de toegang tot deze ruimte 40 minuten zou duren. Als ik de tijd al had gehad dan waren zowel mijn knie als de vluchtige impressie van de kunst reden genoeg om niet te gaan wachten.

Op genoemde balustrade stond een jong stelletje dat ik dacht eventueel te kunnen verblijden met mijn gratis kaartje. Niks bleek minder waar, want hun vriendelijke gelach verdween als sneeuw voor de zon toen ik ze aansprak. De eerste keer dat ik ze vroeg of ze misschien mijn kaartje wilden reageerden ze zelfs helemaal niet, vervolgens echt super afstandelijk, alsof ik ze gevraagd waarom ze nou niet gezellig even hier uit de kleren zouden gaan of iets van dien beschamende aard. In Japans dat ik niet begreep stelde de jongen geen interesse te hebben. Vaak begrijp ik Japanners niet, maar soms is het echt frustrerend. Maar goed, oké, dan niet, en ik liet het kaartje op de railing van de balustrade liggen, als een gouden kaart wachtend op zijn Charlie (hij was trouwens ook echt goud).

Een triomfantelijk terugkerende Joppe liet me haar nieuwste aankoop ruiken, waarna we richting de Yasukuni schrijn gingen, om toch nog iets van Tokio te kunnen zien. De Yasukuni schrijn is waar de premier elk jaar komt om de doden van de Tweede Wereldoorlog te herdenken. Dus waren we wel benieuwd hoe dat eruit zou zijn.
Een lange promenade met hoge bomen aan weerszijden (en toeristische stalletjes tussen de bomen) vormde de toegang tot de schrijn. Yasukuni zelf is geen grote schrijn, maar is juist in zijn eenvoud en bescheidenheid erg mooi en rustgevend. Aangezien de meeste schrijnen in Japan een vrij sterke overeenkomst tonen qua uiterlijk waren we eigenlijk al gauw uitgekeken. Nog even werden we getrakteerd op een bizarre mars van drie 'soldaten' (mannen in ouderwets uniform met trompet en vlag) die kennelijk zonder enige blijk van schaamte luid tetterend en schreeuwend zich een weg baande door de hordes dagjesmensen.

Hierna gingen we naar Akihabara, alwaar Joppe en Kiyomi een massagestoel uittestten en kleine sushi-magneetjes kochten. Ik was ondertussen onder het genot van een choco-croissantje in een cafétje beneden met Kenta aan het kletsen. Na dit shopping-avontuur aten we op de 8e verdieping van hetzelfde gebouw super lekkere sushi van de lopende band. Kiyomi bestelde zelfs een kabeljauw voor ons (bijna uitgestorven, ik weet het, schaam schaam) die ongeveer 2 minuten daarvoor nog in een aquarium rondzwom en voor onze neus werd opgevist. Talk about your fresh fish. Tot blijdschap van Kiyomi flapperde hij zelfs nog een beetje met zijn staart, want we kregen hem in zijn geheel (met het filet-deel in stukjes gesneden) opgediend.
Na deze heerlijke maaltijd gingen we weer met de trein terug naar Narita, maar niet voordat Kenta voor ons twee Green Car kaartjes gekocht had, wat neerkomt op 1e klas kaartjes. En dat was, gezien de metro-omstandigheden in de rest van de trein, een verademing. Vol van eten en ervaringen keerden we terug naar de ryokan.


Het mes erin

U vraagt zich natuurlijk af “Maar hoe gaat het nou met die knie? Wat gaat daar verder mee gebeuren?” Ziehier het antwoord, kort en bondig gegeven door dokter Sato:
“We will cut.”

En jawel, nog geen 5 minuten later had Joppe zich naar minder flauwval-gevoelige oorden begeven en zette dokter Sato zijn mes in mijn zelfs nog verder opgezwollen knie. Oh en voor de lezers onder u met een zwakkere maag, nu is het moment om even een stukje over te slaan.

Want wat uit mijn knie kwam viel te beschrijven als een Niagara waterval aan rood vocht (niet puur bloed, alhoewel er vast wat in zat) die op hoge snelheid zijn weg vond uit mijn knie richting de ijzeren bak eronder. Deze Aldi-wijn fontein hield een goede 5 minuten aan (geheel pijnloos trouwes, een welkom verschil met de vorige behandeling), waarbij aan het eind rood-zwarte slierten slijm eruit kwamen, wat volgens de dokter de bacteriën waren. Ook spoot hij nog even enthousiast de knie weer vol met reinigend vocht, maar deze keer echt tot alles er weer even helder uit kwam.
Hierna stak de dokter een klein plastic buisje in mijn knie en hechtte die aan beide zijden van de snee vast. Vervolgens kompressen erop en een verband eromheen, waarna Joppe weer terug kon komen.

Zwakke-maag lezers, het is weer veilig.

Wat we toen te horen kregen deed ons echter minder blij stemmen. Het was namelijk de bedoeling dat ik een week lang elke dag terug zou komen naar het ziekenhuis om een nieuw verband te krijgen. Alleen was het plan om twee dagen later naar Takayama te gaan. Die week zou onze vakantie dus goed verpesten, iets wat zeker Joppe zich niet licht zou laten ontnemen. Dapper als zij was opperde ze snel dat zij dat zelf wel kon doen, hierbij even handig buiten beschouwing latend dat bloed, naalden en dat soort geneeskundige bezigheden haar doeltreffend richting vloer weten te werken. De dokter (even spraakzaam als altijd...) besloot na lang beraad met het hoofd van de afdeling, ondertussen moeilijk kijkend, dat het een hoogst ongebruikelijke situatie was, echt het uiterste van wat ze zouden toestaan, maar dat ze Joppe wel wilden leren hoe ze het verband moest verschonen. Niet dat het heel moeilijk was, in mijn eentje was het denk ik ook gelukt (maar lang niet zo makkelijk en mooi als met Joppe), maar dat idee zouden ze nog minder vatbaar voor zijn. Dus was het nu aan Joppe om de moed te verzamelen om te kijken hoe het verband eraf ging, de wond ontsmet diende te worden, vijf lagen gaas erop gingen en een nieuw verband eromheen. De reislust bleek gelukkig sterker dan haar angst, want twee dagen later volbracht Joppe haar zuster-stoomcursus.

Nog even een kleine uitweiding over de gang van zaken in het ziekenhuis. Als ik al dacht de kast-naar-de-muur show de week ervoor te hebben meegemaakt, werd ik nu een full fledged kandidaat van deze populaire vorm van entertainment. En ik was niet de enige die meedeed, nee ze stonden in drommen klaar om van balie 1 richting poli te gaan, daar een briefje in een bakje te doen met afspraak en naam erop. Dan wachten tot je naam genoemd wordt, om in de wachtruimte naast de behandelkamers verder te wachten. Vervolgens ondergaat men de behandeling door een dokter wiens Major klaarblijkelijk niet Doctor-Patient relations in contemporary medicine was. Daarna weer terug naar de poli-wachtruimte, deze keer voor een soort papieren bestand met de info van de patiënt erop. Die mag men meenemen naar balie 'Afhandeling' waar men hem weer inlevert en een nummertje trekt om te mogen betalen. En dus nog meer wachten. Als men dan eindelijk aan de beurt is om te betalen geschiedt dat weer bij een volgende balie, waar 70% van de kosten door de zorgverzekeraar betaald worden en de overgebleven 30% bij voorkeur in cash dient te worden overhandigd.
Het moge duidelijk zijn: dit duurde LANG. Ik was Taka-san dan ook bijzonder dankbaar dat hij ons elke dag erheen reed, met ons bleef wachten (behalve als het echt lang zou duren en ik hem vroeg of hij niet liever thuis iets wilde doen, waarna hij ons later weer op zou halen) en hielp met alle vertaling en bureaucratie-ontcijfering. Ik heb mijn dankbaarheid aan hem duidelijk gemaakt door middel van een fles sake, meerdere sushi's en in de laatste week met een oer-Hollandse maaltijd van pannenkoeken.

…............................................................................…............................................................................


Hoe nu verder? Kijk volgende keer weer voor deel 2 van de grote vakantie editie! Een klein voorproefje: Joppe en ik gaan naar de bergstad Takayama en de havenstad Uno en beleven daar doldwaze avonturen! Met heel veel sushi.

Tot de volgende update, hopelijk erg snel.

Mels.

  • 30 Augustus 2011 - 16:56

    Jacqueline:

    Morgen ben ik vrij.........dan kan ik mij deze update veroorloven.
    En ik vind je GEEN eikel.

  • 31 Augustus 2011 - 08:10

    Karel:

    Wat vervelend zeg die ontsteking in je knie! Ben blij dat je er niet te lang mee hebt gewacht. Veel Beterschap verder nog!
    Groet,
    Karel

  • 31 Augustus 2011 - 08:22

    Mels Kroon:

    Bedankt voor je reactie Karel! Gelukkig is hij helemaal genezen, alleen doe ik er nog wel voorzichtig mee met zwaardvechten, om herhaling te voorkomen.

    Groetjes,
    Mels.

  • 31 Augustus 2011 - 20:00

    Nienke:

    Weer fantastisch om te lezen! En ik zie de furieuze joppe op het vliegveld helemaal voor me, ken dr langer dan vandaag ;-)
    fijn dat jullie het zo leuk hebben gehad!
    ook al heb ik het allemaal in geuren en kleuren al van joppe gehoord, ik ben erg benieuwd naar je volgende update!

  • 01 September 2011 - 15:47

    Joppe:

    Nou zeg, furieus.....? Ik stond gewoon wanhopig en hulpeloos alleen te huilen daar op dat vliegveld, omdat ik zelfs de hele KLM bemanning al zag vertrekken en ik als enige in de aankomsthal stond. In een land waar je je niet verstaanbaar kan maken en Mels zijn telefoon tot 5 keer toe niet opnam en ik niet wist of hij de goede aankomsthal uberhaupt wel zou vinden omdat de vlucht al niet meer op de borden vermeld stond.....

  • 05 September 2011 - 20:21

    Jacqueline:

    Tja, wat moet je als moeder van de dader hier verder op zeggen?
    Mels, je bent gewoon een mens, en dan een toffe.

  • 06 September 2011 - 10:32

    Joppe:

    Ach, ik had het hem na 5 minuten ook al vergeven hoor!! Veel te blij was ik om hem te zien!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Mels

Jaar in Japan, ziehier mijn verslag!

Actief sinds 20 April 2011
Verslag gelezen: 3967
Totaal aantal bezoekers 40523

Voorgaande reizen:

17 April 2011 - 15 Maart 2012

Japan 2011-2012

Landen bezocht: